GUE GUE divecenters

Wat hebben die Hollanders toch met grotten?

“Ik ben elke keer weer verbaasd dat in een klein landje zonder grotten, zoveel mensen geïnteresseerd zijn in grotduiken”. Zo opende JP Bresser de tweede editie van CavenIght. Afgelopen vrijdag 22 januari kwamen ruim 230 Nederlanders, Belgen en Duitsers naar Mijdrecht om dit evenement bij te wonen. Waren het nu echt allemaal grotfanaten op deze avond? Allesbehalve! Jarrod Jablonski en Casey MacKinley, de sprekers van deze avond zijn weliswaar de bekende WKPP-pushdivers maar hebben daarnaast veel meer te vertellen. Jarrod is de oprichter van Global Underwater Explorers (GUE) en maakt samen met Casey regelmatig expedities naar alle uithoeken van de wereld.  De zaal was dan ook gevuld met een gemeleerd gezelschap van duikers die niet werden teleurgesteld door de heren.

Aan het begin van de avond was er een Meet&Greet georganiseerd met Jarrod en Casey. GUE- geïnteresseerden en recente/toekomstige GUE-Fundamentals cursisten hadden via GUE-Nederland de kans om in deze besloten ontmoeting hun vragen te stellen. Het enthousiasme waarmee deze vragen beantwoord werden door de heren was overweldigend. De uitleg over cursusvragen, de interesse naar hun ervaringen en de veelvuldige grapjes tussen Jarrod, Casey en JP waren hartverwarmend en de mogelijkheid van deze Meet & Greet werd hoog gewaardeerd door de aanwezigen.

Hierbij een verslag van een aantal van de expedities van Jarrod en Casey, een terugblik over de afgelopen 20 jaar WKPP en de ontwikkelingen op het gebied van conservatie en duiktraining binnen GUE.item2

Duikhistorie en de link naar GUE

Na de korte intruductie door JP Bresser (GUE-Nederland) en Cees den Toom (Scuba-Academie), de organisatoren van deze avond, begon Jarrod zijn eerste presentatie. Opvallend was het gemak waarmee hij, geholpen door de komische interacties met Casey, de lachers op zijn hand kreeg en iedereen meenam op een ontwikkelingsreis in de duikhistorie. Beginnend met Cousteau en de ontwikkeling van de eerste duikapparatuur werd langzaam bekend dat “duiken een avontuur” is, en ook voor een groter publiek beschikbaar werd. Daarmee was Scuba-duiken als bedrijfstak geboren.

De laatste jaren ligt er een flinke druk op de duikindustrie. Een dalend aantal duikers, steeds meer competitie op het gebied van aanbieders van duikopleidingen, gecombineerd met veel andere “avontuurlijke” sporten die makkelijk toegankelijk zijn maakt dat de duikindustrie naarstig op zoek blijft naar nieuwe duikers. Op zoek naar groei wordt vaak soepel omgegaan met de vereiste vaardigheden tijdens opleidingen. Hierdoor gebeurt het vaker dat beginnende duikers slechte ervaringen hebben onder water en stoppen met duiken. Een vicieuze cirkel is geboren: steeds meer en goedkopere cursussen om nieuwe klanten te werven en meer instructeurs die deze cursussen tegen lage prijzen aanbieden (let wel, het opleiden van instructeurs is ook een cursus, dus hoe meer hoe beter). De kortere cursussen en slechtere beheersing van vaardigheden geven met name problemen als (te) snelle opstijgingen, slechte beheersing van bouyancy en noodsituaties waarvan niet geleerd is deze onder water op te lossen. De gevolgen worden duidelijk: meer ongevallen en slechte ervaringen en dan vooral in de grote groep van beginnende duikers. En daarmee ook een groeiende groep mensen die anti-duiken wordt. Hun negatieve ervaringen uitten ze vaak en duidelijk en dit zorgt voor een slechte naam van de duiksport (duiken is gevaarlijk) waardoor het nog moeilijker wordt om nieuwe cursisten te vinden. De cirkel is rond....

In tegenstelling tot het vinden van nieuwe klanten zou de duikindustrie zich ook kunnen richten op het behouden van hun klanten; beter een klein aantal duikers erg goed opleiden tot vaardige duikers die veel comfort en plezier kennen tijdens hun duiken.Dit is een van de peilers van de GUE-philosofie die daarmee haaks staat op die van andere spelers in de duikbusiness. GUE heeft als opleidingsorganisatie een aantal keuzes gemaakt: het is een non-profit organisatie met veel aandacht voor alles dat onder water gebeurt en een rigide trainingsstructuur. Hun doel is het creeren van een internationaal netwerk van gepassioneerde en capabele duikers.

Terugkijkend op 10 jaar GUE noemde Jarrod de Exploratie als start van de organisatie, hier is alles mee begonnen. Gedegen Opleidingen hebben de huidige focus en Conservatie is waar de toekomst van de organisatie ligt.

Opvallend bij de GUE-duiktrainingen zijn de enorm goede duikvaardigheden die aangeleerd worden en het verlopen van c-cards. Elke duiker moet dus de duiken blijven maken om up-to-date te blijven. Ditzelfde geldt natuurlijk ook voor de GUE-instructeurs die naast een drie-jaarlijkse herkwalificatie ook elk jaar een flink aantal duiken moet blijven maken op hun hoogste opleidingsniveau. Dit, tesamen met een 100% kwaliteitscontrole en het niet erkennen van cross-overs maakt dat het niveau van zowel GUE getrainde duikers als haar instructeurs enorm hoog ligt.

Project Baseline

De laatste jaren is er steeds meer aandacht binnen GUE voor milieubehoud en conservatie. De zoetwaterreserves op onze aarde worden sterk bedreigt door vervuiling. De riffen in zee hebben naast vervuiling ook te maken met stijgende temperaturen en sterven massaal af.

De WKPP is als eerste duikorganisatie gestart om hun duikcapaciteiten in te zetten voor conservatie. Teamleden maken bijvoorbeeld watersamples ver in grotten, waar onderzoekers niet kunnen komen. Ook wordt in samenwerking met milieuorganisaties de waterkwaliteit, temperatuur etc gemeten en gedocumenteerd. Maar ook de lange push-duiken van Jarrod en Casey dragen hieraan bij: de gegevens over het verloop van een grot brengt geografisch in kaart hoe grondwater zich in bepaalde gebieden kan verspreiden, en daarmee ook vervuiling.

Als individuele duiker heb je misschien het gevoel dat je daar niet veel in kunt veranderen maar het tegendeel is waar. Goede duikvaardigheden is een belangrijke eerste stap zodat we geen bewuste schade aanrichten op riffen etc. Daarnaast hebben duikers de mogelijkheid om onderwatergebieden in kaart te brengen zodat de omstandigheden over een langere periode vergeleken kunnen worden. Het in kaart brengen is vooral van belang omdat het objectief is. Als we op perceptie vertrouwen kan de ene duiker een duikplek schitterend vinden omdat hij een superleuke duik had, terwijl een andere duiker dezelfde duikplaats in slechte conditie vindt omdat hij een minder leuke duik had. Meten is weten, en zorgen dat je objectief iets in kaart kunt brengen. Denk hierbij aan het fotograferen van een wrakje, elke week of maand opnieuw. Dit geeft een overzicht van het verval, het leven op en om het wrak etc. Maar ook het tellen en documenteren van vissen op een site waar je vaak komt is een optie. Zoals Jarrod Jablonski op deze avond zei: het is vooral belangrijk om iets te doen, get started!

WKPP 1990-2010

Na het inspirerende betoog van Jarrod nam Casey MacKinley het woord over. De project-director van de Woodville Karst Plain Project (WKPP) gaf een terugblik over 20 jaar teamduiken. Het team bestaat volledig uit vrijwilligers en naast hun duiken hebben ze een belangrijke voorlichtings en educatieve rol binnen de gemeenschap van Florida. Het belangrijkste Karst-systeem in dit gebied is het Wakulla-systeem dat voor Noord-Florida de belangrijkste zoetwaterbron is en daarnaast veel toerisme trekt. Toch is dit ecosysteem erg kwetsbaar. In de afgelopen 20 jaar is de waterkwaliteit sterk vermindert en de groei van diverse algensoorten sterk toegenomen. Overigens moet het WKPP-team elk jaar opnieuw toestemming aan de staat vragen om in Wakulla te kunnen duiken. Deze toestemming wordt verleend op basis van de resultaten die het team voor de gemeenschap heeft gebracht.

De jaren 80 kenmerkten zich door exploraties van bekende namen als Bill Gavin, Bill Maine, Parker Turner en Lamar Hines. Hierbij was de ontwikkeling van de eerste Gavin-scooters een omslagpunt.

In de jaren 90 versterkten een aantal kleurrijke personen het WKPP-team. Jarrod Jablonski en George Irvine lieten van zich horen op de internet duikfora die langzaam ontstonden en de eerste generatie RB (bijnaam “ the fridge”) deed zijn intrede.  De hoeveelheid apparatuur die bijeengebracht werd voor de push-duiken steeg snel.

In de jaren 2000 tot 2009 gebeurde veel. De tweede generatie rebreather (RB80 van Reinhard Buchaly) deed zijn intrede en steeds meer researchprojecten werden opgestart. Lag voor 2000 de nadruk van de duiken nog op exploratie en in kaart brengen van de grotten, in de jaren 2000 tot 2005 werd enorm veel wetenschappelijk onderzoek, research maar ook voorlichting gedaan over de karst-systemen van Florida. Dit werd de jaren daarna alleen maar uitgebreid. Het onderzoek heeft zich de afgelopen 10 jaar, onder begeleiding van artsen en researchers, ook gericht op decompressieprofielen, gassamenstelling, bubble-recovery-modellen etc.

De resultaten van het team liegen er niet om. In een aantal jaar tijd werden de drie (toen nog) afzonderlijke karstsystemen Wakulla, Chiphole en Leon Sinks met elkaar verbonden. Hierbij vallen twee duiken op: op 15 december 2007 begon een duik met de naam “ The publicity stunt” waarbij Jarrod en Casey de traverse tussen Turner Sink en Wakulla maakten. In deze duik van 11,2 km lengte gingen zij in 390 minuten op ca 90m (totale duiktijd was 1200 minuten inclusief decompressietijd) van het ene systeem naar het andere en lieten hiermee een enorm effect zien op het grondwatersysteem in Florida. Als 2 duikers van de ene plek naar de andere kunnen gaan, kan het grondwater (en daarmee de vervuiling) dat ook..... De tweede duik was “The big dive”. Op 12 juni 2008 verkenden de heren de Wakulla Q-tunnel en maakten de langste duik allertijden. In 11 uur tijd (plus 17 uur deco) verkenden zij de grot tot 7856m waarvan de laatste 2700 meter helemaal nieuw was. Hiermee werd Wakulla het langste grotsysteem in de US en het wereldweid gezien het 4de systeem in lengte (de andere drie liggen in Mexico).

Voor 2010 en de jaren daarna zal de aandacht voor research en wetenschappelijk onderzoek nog verder stijgen. Daarnaast wordt geprobeerd het materiaal te verbeteren. Lichtere, snellere scooters met langere accutijd, duiklampen die langer branden en betere onderkleding zijn hierbij speerpunten. Maar ook voeding en rust tijdens deze monsterduiken zijn belangrijk evenals de trainingen voor de teamleden en opleidingen voor toekomstige pushduikers.

De afstand tussen het zuidelijkste puntje van de Q-tunnel en de Golf van Mexico is nog maar 16 kilometer. Kleurtraces hebben aangetoond dat het Wakulla-systeem in de Golf uitkomt en verdere exploratie zal zich richten op het verbinden van het systeem met zee.

CCR-technologie

Jarrod vertelde dat ccr’s om diverse redenen niet bij de WKPP-philosofie passen. Maar het is belangrijk om op de hoogte te blijven van deze snel ontwikkelende technologieën en ze met een open mind te bekijken. Verminderde gasconsumptie bij ccr, is voor de WKPP-pushduikers geen voordeel: tijdens een 11 uur durende duik op een semi-closed systeem gebruiken ze elk 4 stages. Met een gesloten systeem zouden dit er 2 zijn, nauwelijks een verschil. En de enorme hoeveelheid tanks die tijdens projecten de grotten ingaat (bedoeld als bail-out) blijft gelijk omdat in geval van problemen, een duiker ook op open circuit de grot uit moet komen.item3

China-project

De Chinese overheid heeft GUE om hulp gevraagd bij het onderzoeken van grotten in Zuid/Mid-China. Dit gebied staat op de lijst om als Unesco Geo-park te worden aangewezen en onderzoek naar de watervoorraden en hun verloop en kwaliteit is daarbij van belang. Diverse GUE-instructeurs hebben de afgelopen 3 jaar meegeholpen aan het in kaart brengen van dit karst-systeem dat veel sinkholes kent met enorme dieptes en minimaal zicht (ca 3m). Tijdens de duiken wordt de water kwaliteit onderzocht en de mapping-informatie van de duiken wordt gebruikt voor 3D modellen. Logistiek zijn dit uitdagende projecten. Er is werkelijk niets aan duikmateriaal voorhanden en alles moet zowel China worden ingevoerd als daarna getransporteerd naar het duikgebied en naar de waterkant.

Cavenight II was met de presentaties van Jarrod Jablonski en Casey MacKinley een enorm succes Eigenlijk is de bovenstaande tekst nog maar een kort uittreksel van de hele avond. Projecten in Bimini, Mexico en Europa werden genoemd evenals de vele vragen uit de zaal beantwoord. Drie uur lang werden de aanwezigen meegenomen op de duiken en belevenissen van deze uitzonderlijke  mannen. En eigenlijk hadden ze nog wel drie uur langer mogen vertellen ;-)

Met het succes van Cavenight II staan de organisatoren, JP Bresser en Cees den Toom, ook gelijk voor een dilemma: hoe kun je een volgende keer een nog uitdagender programma brengen dat zoveel mensen bij elkaar brengt? We zullen het zien. Het is in ieder geval duidelijk dat Cavenight II een vervolg gaat kennen!

Home Opleidingen Agenda Nieuws Opleidingen NLguev5 GUE divecenters